Loading

Laser TV (LTV)

Over laser TV is er de laatste maanden al heel wat te doen geweest. Door de gespierde taal van fabrikanten Novalux en Arasor werd al snel een hype gecreëerd, zonder dat er al echte resultaten waren om hun beweringen hard te maken. Veel mensen lieten zich in ieder geval door deze hype meeslepen. Zo zou de beeldkwaliteit van laser TV dubbel zo hoog zijn als die van plasma of LCD, vier keer minder energie verbruiken en slechts de helft kosten. Stoere praatjes, maar vullen die ook gaatjes?

De technologie
DLP projector met lamp en kleurenwiel
Over de technologie van LTV kunnen we relatief kort zijn, tenminste toch als je het bovenstaand stukje over DLP gelezen hebt. LTV gebruikt namelijk hetzelfde principe als DLP: licht van de lichtbron wordt op het spiegelapparaatje naar het beeldscherm weerkaatst en vormt zo het beeld. Bij LTV is de gasontladingslamp en het kleurenwiel echter vervangen door drie “lasers”.

Zoals de meesten onder jullie wel weten is de “laser” uitgevonden door de Brits-Columbiaanse Theodore
Harold, en ging het gedurende lange tijd als de 'robijnlaser' door het leven. De laser heeft heel wat voordelen op gasontladingslamp: hij is intenser (door de goede focus van het licht), gaat langer mee en verbruikt minder. Vooral de grotere intensiteit is iets wat de fabrikanten graag hebben. Hoe intenser de lichtbron, hoe meer kleuren er op het beeldscherm tevoorschijn komen en hoe levendiger deze naar de kijker overkomen. Momenteel is het met het kleurenspectrum immers erg gesteld: LCD beeldschermen kunnen amper 40 tot 80% van het 16,77 miljoen kleuren tellende NTSC spectrum weergeven. Volgens de fabrikanten zou LTV echter in staat zijn meer dan 90% van het kleurenspectrum te kunnen weergeven, een stoutmoedige bewering die ze nog steeds moeten hard maken.

Andere voordelen zijn echter makkelijker bewijsbaar. Zo is het algemeen geweten dat een laser weinig verbruikt in vergelijking met lampen en dat zijn levensduur heel wat hoger ligt. Ook is de laserprojector (lasers + spiegels) heel wat lichter dan de DLP projector (grote lamp + kleurwiel + spiegels) en dus makkelijker aan de muur monteerbaar.

Sony Novalux LTV van op de
CES elektronicabeurs,
5 cm buiten de muur, 18 cm in de muur
Helaas is het niet allemaal goud dat blinkt. Aan LTV zijn ook heel wat nadelen verbonden die fabrikanten Novalux en Arasor ‘vergeten’ te vermelden. Zo is een LTV met een dikte van 23 centimeter nauwelijks een ‘flatpanel’ te noemen. Op de CES elektronicabeurs van dit jaar probeerde Novalux dit op te smukken door hun LTV’s in de muur te monteren, waardoor enkel het beeldscherm vooraan uitstak.

Een ander heikel punt is de kostprijs. De fabrikanten argumenteren wel dat lasers niet zo duur zijn, maar dat is enkel het geval bij de vaak gebruikte rode lasers. Voor LTV heb je naast rode ook een groene en blauwe lasers nodig, en vooral voor deze laatste tel je astronomische bedragen neer. Dit wordt echter omzeild door van zogenaamde pumped lasers gebruik te maken: een standaard rode laser waarvan de frequentie van het uitgestraalde licht verdubbeld wordt en zo een andere kleur aanneemt. Dit zorgt op zijn beurt dan weer voor moeilijker te voorspellen lichtfrequenties waardoor het licht van de laser dat van zijn kameraden begint te storen (speckle genoemd). Hierdoor treden storende effecten in het beeld op. De laserjongens hebben in ieder geval nog wat werk voor de boeg.

Voordelen
- zeer hogere kleurweergave
- geen regenboogeffect
- lichter dan DLP
- levensduur

Nadelen
- kostprijs
- kans op speckle
- afmetingen (dikte)
- geluid van de koelventilator
- laserlicht is mogelijk gevaarlijk

Conclusie
Waarom men plots LTV als de heilige graal van de beeldschermen beschouwd blijft ons een raadsel. De technologie heeft inderdaad heel wat pluspunten zoals kleurenweergave en levensduurte, maar daar tegenover staan toch heel wat nadelen zoals de afmetingen, kostprijs en geluid van koelventilatoren. Zal LTV zijn beloftes waarmaken? We denken van wel, maar wanneer en tegen welke prijs? Wij zetten er alvast niet op in.