Loading

Plasma schermen

De technologie
Een plasmascherm is een met gas gevuld paneel waarin het gas cellen doet oplichten. Door elektrische pulsen verandert dit gas in plasma, dat fosfordeeltjes oplicht en zo beeld weergeeft.Meer info over deze technologie vindt je onderaan.

Geschiedenis
Van alle flat-panels is het wellicht de oudste technologie. Het eerst plasma scherm werdt in 1964 ontwikkeld. Het kwam er als een eenvoudig monochroom beeldscherm dat relatief betrouwbaar was. Er waren weinig snufjes aan en bovendien was het scherm zelf digitaal en dus gemakkelijk aan te sluiten in tegenstelling to analoge buildbuismonitors. Deze schermen waren vooral geliefd bij de eerste computerbezitters, toen vaak universiteiten. In de jaren '70 werdt plasma voor een korte tijd commercieel populair. Dit veranderde echter snel toen de goedkopere kleurenbeeldbuis op de markt kwam. In de jaren ‘80 lanceerde IBM het plasmascherm opnieuw, maar niet met het gewenste succes. De productie van plasmaschermen werd al snel verkocht aan een klein bedrijfje en de computergigant leverde voortaan enkel beeldbuismonitors.
Het was pas in 1992 dat plasma terug uit de doden opstond. Toen toonde de Japanse firma Fujitsu hun prototype van een kleuren plasmabeeldscherm. Het paneel had nog enkele tekortkomingen (zoals een korte levensduur) maar niettemin was de interesse bij de (Japanse) elektronicafabrikanten opnieuw gewekt. Het bedrijfje dat IBM’s plasmatechnologie voor een appel en een ei had bemachtigd werd al snel door Panasonic overgenomen. In 1997 werden de eerste plasmapanelen voor het grote publiek op de markt gebracht. Met hun grote lichtopbrengst, goede kleuren en snelle respons moesten ze niet onderdoen voor een traditionele beeldbuis en hun geringe dikte maakte ze al snel populair. De verkoop liep goed, met enkel de toen nog relatief hoge kostprijs als belemmerende factor. Het mooie liedje duurde echter niet zo lang. Rond de eeuwwisseling kwamen de eerste kapers op de kust: TFT LCD. Vanaf 2007 kwamen de plasma-schermen terug op de markt en boert de verkoop van plasmatelevisie.

De trend
Het was pas in 1992 dat plasma terug uit de doden opstond. Toen toonde de Japanse firma Fujitsu hun prototype van een kleuren plasmabeeldscherm. Het paneel had nog enkele tekortkomingen (zoals een korte levensduur) maar niettemin was de interesse bij de (Japanse) elektronicafabrikanten opnieuw gewekt. Het bedrijfje dat IBM’s plasmatechnologie voor een appel en een ei had bemachtigd werd al snel door Panasonic overgenomen. In 1997 werden de eerste plasmapanelen voor het grote publiek op de markt gebracht. Met hun grote lichtopbrengst, goede kleuren en snelle respons moesten ze niet onderdoen voor een traditionele beeldbuis en hun geringe dikte maakte ze al snel populair. De verkoop liep goed, met enkel de toen nog relatief hoge kostprijs als belemmerende factor. Het mooie liedje duurde echter niet zo lang. Rond de eeuwwisseling kwamen de eerste kapers op de kust: TFT LCD. Vanaf 2007 kwamen de plasma-schermen terug op de markt en boert de verkoop van plasmatelevisie achteruit. Voor ieder plasmascherm dat vandaag wordt verkocht, gaan er tien lcd's de deur uit.

De troeven
Het contrast. Een plasmascherm is eigenlijk een grote oppervlakte vol piepkleinde lampjes. Iedere pixel die het beeld helpt opbouwen, is zo'n lichtpuntje dat aan en uit kan worden gezet. Bij LCD staan de lampen die voor het licht zorgen, altijd aan. Bij een plasmascherm is het zwart dus iets zwarter (het 'lampje' op de plaats van de zwarte pixel staat uit) en het contrast hoger. Ook de nuance tussen de kleuren is groter dan bij LCD-schermen.

Voor en nadelen
Een plasma-scherm verbruikt meer elektriciteit dan lcd. Anderzijds getroosten de fabrikanten zich de jongste tijd grote inspanningen om dat verbruik terug te dringen. Zo verbruiken de nieuwste plasma-televisies van Panasonic nu precies de helft minder dan pakweg anderhalf jaar geleden. Maar in de eindafrekening verbruikt plasma toch nog altijd meer. Hoeveel? Dat is moeilijk te zeggen. Heeft een lcd-scherm een vast verbruik, dan spreken we bij plasma van gemiddelde waarden. De lichtpunten staan immers niet altijd aan.

Voordelen:
- De plasma-tv geeft duidelijk, scherp en rustig beeld weer
- Plasma-tv’s zijn leverbaar tot in zeer groot formaat
- Bij plasma-tv’s heeft u goed beeld vanuit elke kijkhoek.

Nadelen plasma-tv:
- Plasma-tv’s zijn zware televisies: let hierop als u de plasma-tv wilt ophangen
- De plasma-tv is niet in kleine maten leverbaar
- Kijk bij een plasma-tv vooral in het begin uit voor het ‘inbranden’ van de beelden. Dit gebeurt als u te lang stilstaande beelden op uw scherm heeft staan, zoals teletekst. In het menu van de plasma-tv is meestal is er een optie aanwezig om dit te verhelpen.
- Met plasma-tv’s heeft u vaak last van lichtweerkaatsing: dit is vervelend als u overdag of in felverlichte ruimte tv wilt kijken
- Plasma-tv’s zijn duurder dan lcd-tv’s
- Plasma-tv’s hebben een wisselend energieverbruik: bij donkere beelden verbruikt een plasma-tv minder energie dan een lcd-tv, maar bij heldere, lichte en kleurrijke beelden schiet het verbruik omhoog.


MEER INFO OVER HOE PLASMA-TECHNOLOGIE WERKT
Iedere pixel in een kleuren plasmascherm bestaat uit drie gegroepeerde subpixels, eentje voor elke
basiskleur. De subpixel is in feite een minuscuul vaatje, dat vooraan afgesloten is door een glasplaat en verbonden is met twee elektrodes (één vooraan, één achteraan). In het vaatje vinden we een bepaalde combinatie van edelgassen, meestal neon en xenon. De randen van het vaatje zijn voorzien van gekleurde fosfor, dezelfde fosfor die ook de kleuren in een beeldbuis genereert. Wanneer de beide elektroden onder spanning komen te staan wordt het edelgas in de subpixel elektrisch geladen en stoot het elektrisch geladen deeltjes uit. Deze deeltjes botsen op de gekleurde fosfor waardoor deze gekleurd licht begint uit te stralen.

Een soortgelijk werkingsprincipe vinden we overigens in ieder huis terug: spaar- en TL lampen werken identiek hetzelfde, zij het op grotere schaal. De kleur van de fosforlaag is hier meestal wit, waardoor ook het uitgestraalde licht wit is. Verander de kleur van de fosfor en ook het uitgestraalde licht zal van kleur veranderen. Het voordeel van de plasmatechnologie is dat de intensiteit van iedere subpixel apart geregeld kan worden.