Over SED, dat voluit voor Surface-conduction Electron-emitter Display staat (godzijdank dat er afkortingen bestaan), is al heel wat inkt gevloeid. Niet alleen journalistieke inkt, maar ook veel juridische alsook drukinkt voor bankbiljetten. De ontwikkeling van de SED technologie, die de goede eigenschappen van beeldbuistelevisies naar de flatpanel wereld moet halen, heeft er dan ook al een lange weg op zitten. De grondslag werd in 1986 door Canon gelegd. In 1999 kondigde deze firma aan nog dat jaar de eerste SED beeldschermen op de markt te brengen. De deadline kwam en ging voorbij, zonder dat ook maar één beeldscherm het levenslicht zag.
Canon gaf echter niet op, en in 2004 ging het een samenwerking met Toshiba aan. De twee bedrijven kondigden aan in 2005 met de commerciële productie van SED beeldschermen te beginnen. De deadline kwam en ging voorbij, opnieuw zonder ook maar één SED beeldscherm.
De investeerders begonnen zich na 2005 ernstige vragen over de levensvatbaarheid van de technologie te
stellen. Toshiba paaide ze door op de CES beurs van 2006, hét mekka van beeldschermtechnologie, enkele prototypes ten toon te stellen. Het bedrijf kondigde ook aan in juli van 2007 de productie op te starten, en deze keer voor echt. Eind 2006 moest Toshiba echter kleur bekennen: het Japanse bedrijf zag geen commerciële toekomst meer voor de technologie en verwachtte dat SED enkel in dure, professionele apparatuur een toepassing zou vinden.
In datzelfde jaar kreeg de technologie nog een opdoffer. Applied Nanotech, een bedrijf dat zich specialiseerde in nanotechnologie, begon een rechtszaak tegen Canon, dat technologie van AN in hun SED technologie gebruikte. Volgens AN had Canon de overeenkomst tussen de twee bedrijven overtreden door de technologie van de eerstvernoemde ook met Toshiba te delen. De rechtszaak is nog steeds hangende, maar lijkt hoe langer hoe meer in het nadeel van Canon uit te draaien. Het bedrijf heeft al alle aandelen van Toshiba in de SED samenwerking moeten uitkopen en zal daarbovenop ook een boete van 5,5 miljoen dollar moeten betalen.
Op de CES beurs van 2007, een jaar na de triomfantelijke introductie, waren de SED beeldschermen van de beursvloer verdwenen. Canon heeft de introductie in juli geschrapt en verwacht nu omstreeks december de eerste modellen productieklaar te hebben. Ze mikken niet meer op de gewone consument, maar enkel op de professionele markt.
Sony onderzoekt momenteel een gelijkaardige technologie, FED genaamd, maar ziet er weinig potentieel in. Meer hierover vindt je onderaan deze pagina.
De technologie
Ondanks alle tegenslagen die SED te verwerken kreeg is het al bij al een interessante technologie. Een journalist omschreef het ooit als ‘de mooiste doodgeboren technologie die je ooit zag’. SED combineert de voordelen van de beeldbuis, zijnde een zeer groot contrast, snelle responstijd, hoge helderheid en volle kleuren, met afmetingen die een flatpanel benaderen.
Om te begrijpen hoe SED werkt bekijken we vlug even hoe een beeldbuis, of beter, een kathodestraalbuis (Cathode Ray Tube, CRT) werkt. Een beeldbuis is in feite niets meer dan een kanon dat elektronen aan lichtsnelheid tegen de achterkant van het beeldscherm schiet. Die achterkant is besmeerd met een fosforlaag en licht op wanneer er een elektron tegen aan botst. Door de elektronen met magnetische velden te sturen kan er zo een beeld op de fosforlaag ‘getekend’ worden.
SED doet hetzelfde, maar dan op een microscopische schaal. Iedere pixel in een SED beeldscherm bestaat uit een beeldbuisje met een diameter van enkele nanometers groot. De achterkant van de glasplaat (van het beeldscherm) is opnieuw bestreken met fosfor. Wanneer een elektron uit een beeldbuisje geschoten wordt en op de fosforlaag belandt zal de pixel oplichten. Wordt het buisje niet geactiveerd blijft de pixel zwart.
Dit principe heeft onmiddellijk al één voordeel: zwart is écht zwart. Daar waar bij een LCD zwart eerder
grijs zal zijn is bij SED een uitgeschakelde pixel helemaal géén licht uitstralen. Het contrastratio scheert hierdoor hoge toppen: 50.000:1 waar LCD met moeite aan 3.000:1 geraakt. Ook het aan- en uitschakelen gaat heel wat sneller dan de relatief trage LCD pixel: een SED emitter heeft een reactietijd die onder 1 milliseconde ligt. Als laatste is er ook een relatief hoge lichtopbrengst, wat voor heldere kleuren zorgt.
Alhoewel SED met hoogspanning werkt (10.000V) beweert Canon dat het energieverbruik lager ligt dan bij een LCD scherm van dezelfde grootte.
Naast de voordelen zijn er ook wat nadelen aan SED verbonden. Net zoals bij beeldbuizen bestaat de kans
dat het beeld zich in de fosforlaag brandt. Ook nemen de beeldbuisjes wat plaats in, waardoor een SED beeldscherm niet superdun is. De dikte is echter nauwelijks meer dan een standaard plasmabeeldscherm. De prijs staat nog niet vast, maar omdat Canon nu enkel op de professionele markt mikt mag je je aan een bedrag met een aantal nullen verwachten.
Sony onderzoekt momenteel een gelijkaardige technologie: FED ofte Field Emission Display. Dit maakt gebruik van ‘kegeltjes’ in nanoformaat, in plaats van de nanobuisjes bij SED. Er zijn meerdere kegels per pixel, in plaats van één buisje per pixel. Dit verbetert de eigenschappen van SED en zorgt dat het beeldscherm ook beter om kan met resoluties die van de standaard nativeresolutie afwijken. Sony is momenteel (nog) niet van plan hier commerciële producten rond te maken.
Voor en nadelen
Heldere, rijke kleuren
Canon gaf echter niet op, en in 2004 ging het een samenwerking met Toshiba aan. De twee bedrijven kondigden aan in 2005 met de commerciële productie van SED beeldschermen te beginnen. De deadline kwam en ging voorbij, opnieuw zonder ook maar één SED beeldscherm.
De investeerders begonnen zich na 2005 ernstige vragen over de levensvatbaarheid van de technologie te
SED prototype |
In datzelfde jaar kreeg de technologie nog een opdoffer. Applied Nanotech, een bedrijf dat zich specialiseerde in nanotechnologie, begon een rechtszaak tegen Canon, dat technologie van AN in hun SED technologie gebruikte. Volgens AN had Canon de overeenkomst tussen de twee bedrijven overtreden door de technologie van de eerstvernoemde ook met Toshiba te delen. De rechtszaak is nog steeds hangende, maar lijkt hoe langer hoe meer in het nadeel van Canon uit te draaien. Het bedrijf heeft al alle aandelen van Toshiba in de SED samenwerking moeten uitkopen en zal daarbovenop ook een boete van 5,5 miljoen dollar moeten betalen.
Op de CES beurs van 2007, een jaar na de triomfantelijke introductie, waren de SED beeldschermen van de beursvloer verdwenen. Canon heeft de introductie in juli geschrapt en verwacht nu omstreeks december de eerste modellen productieklaar te hebben. Ze mikken niet meer op de gewone consument, maar enkel op de professionele markt.
Sony onderzoekt momenteel een gelijkaardige technologie, FED genaamd, maar ziet er weinig potentieel in. Meer hierover vindt je onderaan deze pagina.
De technologie
Ondanks alle tegenslagen die SED te verwerken kreeg is het al bij al een interessante technologie. Een journalist omschreef het ooit als ‘de mooiste doodgeboren technologie die je ooit zag’. SED combineert de voordelen van de beeldbuis, zijnde een zeer groot contrast, snelle responstijd, hoge helderheid en volle kleuren, met afmetingen die een flatpanel benaderen.
Om te begrijpen hoe SED werkt bekijken we vlug even hoe een beeldbuis, of beter, een kathodestraalbuis (Cathode Ray Tube, CRT) werkt. Een beeldbuis is in feite niets meer dan een kanon dat elektronen aan lichtsnelheid tegen de achterkant van het beeldscherm schiet. Die achterkant is besmeerd met een fosforlaag en licht op wanneer er een elektron tegen aan botst. Door de elektronen met magnetische velden te sturen kan er zo een beeld op de fosforlaag ‘getekend’ worden.
SED doet hetzelfde, maar dan op een microscopische schaal. Iedere pixel in een SED beeldscherm bestaat uit een beeldbuisje met een diameter van enkele nanometers groot. De achterkant van de glasplaat (van het beeldscherm) is opnieuw bestreken met fosfor. Wanneer een elektron uit een beeldbuisje geschoten wordt en op de fosforlaag belandt zal de pixel oplichten. Wordt het buisje niet geactiveerd blijft de pixel zwart.
Verschil in zwartniveau en contrastratio tussen plasma, SED en LCD |
grijs zal zijn is bij SED een uitgeschakelde pixel helemaal géén licht uitstralen. Het contrastratio scheert hierdoor hoge toppen: 50.000:1 waar LCD met moeite aan 3.000:1 geraakt. Ook het aan- en uitschakelen gaat heel wat sneller dan de relatief trage LCD pixel: een SED emitter heeft een reactietijd die onder 1 milliseconde ligt. Als laatste is er ook een relatief hoge lichtopbrengst, wat voor heldere kleuren zorgt.
Alhoewel SED met hoogspanning werkt (10.000V) beweert Canon dat het energieverbruik lager ligt dan bij een LCD scherm van dezelfde grootte.
Zijprofiel |
Naast de voordelen zijn er ook wat nadelen aan SED verbonden. Net zoals bij beeldbuizen bestaat de kans
dat het beeld zich in de fosforlaag brandt. Ook nemen de beeldbuisjes wat plaats in, waardoor een SED beeldscherm niet superdun is. De dikte is echter nauwelijks meer dan een standaard plasmabeeldscherm. De prijs staat nog niet vast, maar omdat Canon nu enkel op de professionele markt mikt mag je je aan een bedrag met een aantal nullen verwachten.
Sony onderzoekt momenteel een gelijkaardige technologie: FED ofte Field Emission Display. Dit maakt gebruik van ‘kegeltjes’ in nanoformaat, in plaats van de nanobuisjes bij SED. Er zijn meerdere kegels per pixel, in plaats van één buisje per pixel. Dit verbetert de eigenschappen van SED en zorgt dat het beeldscherm ook beter om kan met resoluties die van de standaard nativeresolutie afwijken. Sony is momenteel (nog) niet van plan hier commerciële producten rond te maken.
Voor en nadelen
Heldere, rijke kleuren
Prijskaartje nog niet gekend.
Zeer hoog contrast
Releasedate nog niet gekend
Zeer lage responstijd
Zeer lage responstijd
Fosfor burn-in
Verbruik ?
Verbruik ?
Enkel voor professionelen
Conslusie
Sommige zaken lijken vaak te mooi om waar te zijn, en ook SED is in dit bedje ziek. De technologie is op papier prachtig en de resultaten van de prototypes mochten gezien worden. Helaas deden ontwerp- en productieproblemen en -kosten Canon de das om. Eind 2007 zouden we dan toch dergelijke beeldschermen op de markt moeten zien, ruim acht jaar na de originele introductiedatum, zij het enkel voor professionele gebruikers. Believers hopen dat, eens de productie op tempo zit, de prijzen zo zullen dalen dat ook gewone consumenten een SED beeldscherm kunnen aanschaffen. Helaas heeft de concurrentie de voorbije acht jaar ook niet stil gezeten en dreigt SED op de consumentenmarkt overklast te worden door de technologieën die we hierna bespreken.
Conslusie
Sommige zaken lijken vaak te mooi om waar te zijn, en ook SED is in dit bedje ziek. De technologie is op papier prachtig en de resultaten van de prototypes mochten gezien worden. Helaas deden ontwerp- en productieproblemen en -kosten Canon de das om. Eind 2007 zouden we dan toch dergelijke beeldschermen op de markt moeten zien, ruim acht jaar na de originele introductiedatum, zij het enkel voor professionele gebruikers. Believers hopen dat, eens de productie op tempo zit, de prijzen zo zullen dalen dat ook gewone consumenten een SED beeldscherm kunnen aanschaffen. Helaas heeft de concurrentie de voorbije acht jaar ook niet stil gezeten en dreigt SED op de consumentenmarkt overklast te worden door de technologieën die we hierna bespreken.